donderdag 12 april 2018

Turks and Caicos - Bahama’s

Om de voortgang er een beetje in te houden, vertrekken we op 9 april richting de Bahama’s. Voortgang omdat we best een tijdje op de Bahama’s willen blijven, maar ook nog een deel van de oostkust van de Verenigde Staten.

Eerst maar eens uitklaren op de Turks and Caicos. Dit verloopt niet heel soepel. Volgens de pilot kunnen we bij de haven uitklaren. Als we voor de kust ankeren en met de dinghy naar de “marina” varen ontdekken we dat het kantoor van immigrations alleen op afroep bezet is. We spreken af voor de volgende morgen. Omdat de verwachte windshift al eerder in de nacht komt, besluiten we toch maar te vertrekken. We liggen nu immers aan lagerwal en in de volle deining. Niet fijn en te link, vinden wij. We proberen bij een volgend eilandje nogmaals om uit te klaren. Ook hier is deze mogelijkheid sinds de orkanen komen te vervallen. Na kort overleg besluiten we om te vertrekken zonder uitklaringsstempel.




De overtocht verloopt soepel en snel. We navigeren in de nacht tussen de zuidelijke eilanden van de Bahama’s door. Halverwege de nacht komen we een motorschip tegen met heel merkwaardige navigatieverlichting. Het schip ligt op tegenliggende koers, maar zelfs als het schip gepasseerd is en volledig achter ons vaart, zien we nog de groene en rode navigatieverlichting. Nogal verwarrend dus.

We zetten koers naar Clarence Town op Long Island. Volgens de pilot de eerste plek waar we in kunnen klaren. Het is al wat later op de middag als we het anker laten vallen. We besluiten meteen naar de kant te gaan om in te klaren. Maar wat blijkt, ook hier is er geen mogelijkheid om in te klaren. Van de havenmeester horen we dat het geen probleem is als we een nachtje blijven liggen en pas inklaren bij onze volgende stop. In de marina zwemmen veel haaien. Ze komen op de visresten af die de vissers in het water gooien als ze de vis fileren. Ze hebben dus geen enkele interesse in een dinghy met sappige europeanen.

Na een bak koffie in een kantine-achtig restaurant, besluiten we terug te varen naar De Liefde. De eerste kennismaking met de Bahama’s is dus nog niet heel positief. De volgende morgen vertrekken we naar George Town op Great Exuma Island. We hebben licht weer, maar kunnen toch het grootste deel zeilen. De aanloop van de baai ziet er heel spannend uit op de kaart. Boven de tien knopen wind kan er een swell ontstaan met gevaarlijke brekers. Als wij over de drempel varen is het windstil en we merken er dus weinig van. Tussen de klippen door zien we wel wat brekers, maar daar kunnen we voldoende afstand van houden. Het duurt even voor we een mooi plekje hebben gevonden, het is hier een stuk drukker, maar als we liggen, kijken we elkaar aan en weten het meteen, dit is zoals we de Bahama’s willen zien.

Inklaren gaat van een leien dakje, buiten het feit dat je wel even in de buidel moet tasten. Echter als je bedenkt dat de Bahama’s bij elkaar net zo groot zijn als het hele Caribisch gebied, dan vallen ook deze kosten goed te verklaren. Onze verklaring dat we rechtstreeks vanaf de BVI’s komen, gaat er in als zoete koek en dus lopen we al snel buiten met de gewenste stempels in het paspoort.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten